Evenredige bijdragen aan stikstofdoelen
Het kabinet vindt het belangrijk dat alle sectoren onontkoombaar een evenredige bijdrage leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek. Op 10 juni 2022 heeft het kabinet de indicatieve stikstofreductiedoelen voor ammoniak (NH3) bekend gemaakt. Toen is ook afgesproken dat er voor onder andere de industrie-, energie-, en mobiliteitssector eveneens doelen voor de reductie van stikstof (NOx) zullen komen. Minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) heeft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten hoe het kabinet de evenredige bijdragen van de sectoren zal vaststellen.
Naar verwachting maakt het kabinet de indicatieve NOx-emissiereductiedoelen voor de verschillende sectoren begin 2023 bekend. Deze worden vervolgens, net als de NH3-emissiereductiedoelen, in juli 2023 definitief vastgesteld. Dan is ook duidelijk of de richtinggevende regionale emissiereductiedoelen NH3 bijgesteld moeten worden.
Impact van vastgestelde en voorgenomen maatregelen
Om tot evenredige doelen voor de verschillende sectoren te komen maakt het kabinet gebruik van de Klimaat en Energieverkenning (KEV) die dit najaar wordt gepubliceerd en Emissieramingen Luchtverontreinigende stoffen (publicatie door Planbureau voor de Leefomgeving eind dit jaar). Deze rapporten geven inzicht in het de verwachte percentage emissieontwikkeling per sector voor verschillende beleidsterreinen, zoals klimaat, stikstof en luchtkwaliteit. Op basis hiervan besluit het kabinet of de reductiepercentages vanuit de verschillende sectoren een evenredige verdeling van de totale stikstofopgave oplevert of dat aanvullende (stikstof)maatregelen en financiƫle middelen nodig zijn. Het gaat onder andere om maatregelen uit het Beleidsprogramma Klimaat en Energie, het Schone Luchtakkoord en de bronmaatregelen vanuit de structurele aanpak stikstof. Het kabinet werkt een afwegingskader uit waarmee de bijdragen van sectoren gewogen worden op evenredigheid aan de hand van indicatoren zoals kosteneffectiviteit en integraliteit.